URINEVERLIES BIJ MANNEN

Urineverlies bij mannen komt veel vaker voor dan gedacht. Bij urineverlies ofwel incontinentie, is er sprake van het niet goed kunnen ophouden van urine.

Het ontstaat bij mannen vaak op hogere leeftijd of als gevolg van een operatie. Je kunt als man op jonge leeftijd ook al urineverlies ondervinden zonder dat hier een operatie aan vooraf ging. Bespreek met dr. Caroline Maes de mogelijke oplossingen.

Er zijn verschillende vormen van urineverlies bij mannen:

Aandrangincontinentie: Hierbij moet je plots erg dringend plassen, waarbij het dan onmogelijk is om de urine op te houden. Dit wordt omschreven als een overactieve blaas. Mogelijke oorzaken dienen te worden uitgesloten: een foutieve leefstijl of medicatie gebruik, een al dan niet goedaardige prostaatvergroting, een infectie, blaassteen, blaaskanker of andere.

Stressincontinentie: Dit is urineverlies bij inspanning en komt bij mannen vooral voor na een operatie aan de prostaat, meestal bij prostaatkanker. Ook kan het optreden als je ouder wordt en de spieren niet meer goed functioneren.

Gemengde incontinentie: beide vormen tegelijk.

Om te bepalen over welke soort urineverlies het gaat, worden er een aantal onderzoeken gedaan. Allereerst wordt er aan je gevraagd een plaskalender bij te houden gedurende twee tot drie dagen. Hierbij noteer je de plasvolumes gedurende de dag en nacht en de hoeveelheid urineverlies. Het incontinentiemateriaal wordt hierbij eveneens gewogen.

Ook vindt er vaak een urine en bloedonderzoek plaats, tevens een echografie van de prostaat en eventueel van de blaas.

Soms is er een aanvullend onderzoek nodig, zoals een kijkonderzoek van de blaas (cystoscopie) of een drukmeting van de blaas en bekkenbodem (urodynamisch onderzoek).

Er zijn verschillende behandelmogelijkheden in functie van de oorzaak van urineverlies. Bepalend is meestal de hoeveelheid urineverlies, uw leeftijd en fitheid en uw eigen wens.

Aandrangincontinentie, zie ook overactieve blaas.

Stress- of inspanningsincontinentie

• Bekkenbodemspieroefeningen, dit om meer controle over de sluitspier van de blaas te krijgen. Je kan je hierbij laten begeleiden door een gespecialiseerde bekkenbodemkinesist.
• Ondersteunende medicatie met echter antidepressieve werking (geen eerste keuze).
• Slingoperatie, dit is het plaatsen van een kunststoffen bandje rondom de plasbuis om deze te ondersteunen. Deze male sling wordt gekozen bij kleine hoeveelheden urineverlies.
• Artificiële urinaire sfincter, dit is het plaatsen van een met vloeistof gevulde kunstsfincter rond de plasbuis. Deze sluit de plasbuis volledig af. Om te plassen open je de kunstsfincter via een pompje dat in de balzak wordt geplaatst.
• Injecties met PRP ter hoogte van de sluitspier. De groeifactoren in het plaatjesrijk plasma zorgen voor een stimulatie en aangroei van de weefsels.